Cubital Tunnel Syndroom
We kennen allemaal het gevoel van het ‘telefoonbotje’, wanneer we de elleboog stoten. Dit gevoel ontstaat doordat de ulnaris zenuw wordt geraakt. Het geeft een korte maar felle pijnscheut die uitstraalt tot in de hand. Deze zenuw ligt hier heel oppervlakkig en spant op over het uitstekende bot van de bovenarm wanneer u de elleboog buigt. Op precies deze plek kan de ulnaris zenuw ook beklemd raken. We noemen dat het Cubital Tunnel Syndroom.
De handtherapeut zal u uitleggen hoe u druk van buitenaf zoveel mogelijk kunt voorkomen. Verder kunnen ontstekingsremmende medicijnen (NSAID's) en een spalk worden voorgeschreven. Wanneer bovenstaande niet helpt, kan er geopereerd worden. Daarbij worden alle mogelijke punten van beklemming van de zenuw weggehaald (decompressie). Soms is het nodig om het uitstekende botje aan de binnenkant van de elleboog te verwijderen.
Handtherapie bij Cubital Tunnel Syndroom
In het algemeen moet u de elleboog één tot drie weken onbelast oefenen. Daarna wordt de belasting geleidelijk opgevoerd.
Het is belangrijk dat de zenuw na de operatie niet verkleefd raakt in het operatiegebied. De handtherapeut helpt u daarbij. Verder oefent de handtherapeut met u om de elleboog en het litteken weer soepel te krijgen en mag u naar verloop van tijd weer oefeningen doen om de arm en hand te versterken.
Wanneer het uitstekende botje bij de elleboog is verwijderd, duurt het iets langer voor de kracht kan worden opgebouwd. Meestal beginnen we dan vier tot zes weken na de operatie met het opbouwen van de kracht.
Draag liever geen mitella of leun niet langdurig op gebogen ellebogen.
Contact
Wilt u een consultafspraak maken of meer informatie hebben. Bel dan ons informatiecentrum.
Neem telefonisch contact op: |
|