Informatie over de behandeling
Zenuwletsel komt veel voor. Kenmerkend is de directe uitval van een zenuw, waardoor u merkt dat u plaatselijk niets meer voelt of uw vingers of hand minder goed kunt bewegen. Toch worden zenuwletsels vaak gemist, omdat alle aandacht op het moment van verwonding uitgaat naar de wond en er onvoldoende aan wordt gedacht of op wordt getest. Bent u gewond en is er sprake van uitval van een zenuw, dan moet u worden geopereerd.
Het herstel na zenuwletsel is wisselend, en na het vijftiende levensjaar nemen de resultaten snel af. Dat komt voornamelijk omdat onze hersenen zich steeds minder goed kunnen aanpassen aan de informatie die binnenkomt. Bij een gehechte zenuw komt het signaal namelijk volledig verward aan bij de hersenen.
Het duurt zeer lang voor het eindresultaat van zenuwherstel beoordeeld kan worden. De zenuw moet helemaal uitgroeien vanaf de plek waar deze hersteld is naar het doelorgaan (vingertop, huid of spier). Afhankelijk van de afstand kan dit een half jaar tot een jaar duren. Voor een zo goed mogelijk herstel is intensieve handtherapie heel belangrijk.
Fase 1
De eerste weken is het belangrijk dat de gehechte of getransplanteerde zenuw zoveel mogelijk beschermd wordt. Er mag dus geen spanning of trekkracht op de zenuwnaad komen. Daarom draagt u in deze fase een spalk die bewegingen voorkomt waardoor spanning op de naad zou kunnen ontstaan. De plaats van het zenuwletsel bepaalt wat voor soort spalk u krijgt.
Kort na de operatie start u met oefeningen. Alle gewrichten die niet door de spalk beperkt worden, moet u blijven bewegen om ze mobiel te houden. Verder start u met de fysiotherapeut een spiegeltherapie programma.
Spiegeltherapie
Al in de eerste fase van uw herstel wordt door de fysiotherapeut begonnen met spiegeltherapie. Spiegeltherapie is het oefenen van de hand met behulp van een spiegel. Hierbij ligt de gezonde hand voor de spiegel en de aangedane hand erachter. U kijkt in de spiegel en ziet het spiegelbeeld van uw gezonde hand, alsof het uw aangedane hand is. Over de gezonde hand kan een afdakje gezet worden, zodat u deze niet kunt zien. Hierdoor ontstaat de illusie dat u de aangedane hand beweegt, zonder beperkingen of pijn. Door handelingen te verrichten met de gezonde hand, krijgen uw hersenen de indruk dat het de pijnlijke of slecht functionerende hand is die weer functioneert. Deze informatie leidt tot een aanpassing in de hersenen. Uw hersenen kunnen dus beïnvloed worden door het creëren van een visuele illusie met een spiegel. De eerste resultaten van wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van spiegeltherapie zijn positief en bemoedigend.
Fase 2
In deze fase wordt de mobiliteit weer verder opgebouwd. U zult voornamelijk onbelaste oefeningen doen. Het dragen van de spalk kan afgebouwd worden.
Verder is het belangrijk om contracturen (samentrekking of verkorting van de pezen en gewrichten) te voorkomen. Daarvoor krijgt u een speciale (nacht)spalk.
Fase 3
Na zes weken kunt u de hand of arm weer gaan belasten, maar door het zenuwletsel en de bijbehorende spieruitval kan van een normaal beweegpatroon nog geen sprake zijn.
De preventie van contracturen, zoals in de tweede fase beschreven werd, blijft ook nu belangrijk. U blijft dus een nachtspalk dragen.
Contact
Wilt u een consultafspraak maken of meer informatie hebben. Bel dan ons informatiecentrum.
Neem telefonisch contact op: |
|