Fracturen van de schouder

Botbreuken of fracturen van het schoudergewricht komen vrij frequent voor, veelal na een val. Door botontkalking (osteoporose) kan het bot met de jaren brozer worden en verzwakt raken, waardoor het risico op schouderbreuken bij vallen groter wordt. In de meeste gevallen breekt de kop van de bovenarm. De ernst van de breuk hangt af van de kwaliteit van het bot en de impact van de val. Met een röntgenfoto kan een breuk worden vastgesteld, dit gebeurt vaak op de Spoedeisende hulp. Daar zal afhankelijk van de ernst van het letsel in overleg met de (trauma)chirurg worden bepaald of de schouder moet worden geopereerd of door het dragen van een sling of mitella kan herstellen. Bij een open botbreuk kunnen er complicaties optreden; denk hierbij aan zenuw- en bloedvatletsel, spier- of peesbeschadiging en kans op bacteriële infecties. Bijzondere fracturen kunnen ontstaan wanneer de schouderkop uit zijn kom schiet en er daarbij een deuk in de schouderkop ontstaat (Hill Sachs Laesie) of door plotselinge grote trekkracht van een pees, waardoor een deel van het bot waar hij vasthecht afbreekt (Avulsiefractuur).

In meer dan 80 procent van de gevallen wordt er bij breuken van de schouder voor een niet chirurgisch beleid gekozen. Voor uw comfort draagt u tenminste 6 weken een sling of mitella. Meestal start u 2 weken na het letsel al met therapie.

De fysiotherapeut geeft u in de eerste weken oefeningen mee om verstijving van het gewricht te voorkomen. Dit zijn passieve oefeningen, waarbij de aangedane arm nauwelijks wordt belast, maar die helpen om de schouder niet te stijf te laten worden. Na enkele weken wordt de therapie uitgebreid en wordt er steeds meer actief geoefend om de beweeglijkheid verder te verbeteren. Na het afbouwen van de sling of mitella, wordt er gestart met het oefenen tegen een lichte weerstand om de beweeglijkheid en kracht van de schouder terug te winnen. Stapsgewijs vindt er een opbouw in belasting plaats tot het gewenste functieherstel bereikt is.

In het begin van het behandeltraject zal de ergotherapeut u voornamelijk voorzien van advies met betrekking tot het vinden van een goede (slaap)houding. Ook wordt er gekeken naar een juist gebruik van de arm, zodat u noodzakelijke activiteiten, ondanks de bestaande pijn en beperkingen, op een praktische en verantwoorde manier kunt blijven uitvoeren. Denk bijvoorbeeld aan activiteiten rond om persoonlijke hygiëne. Het voorkomen van niet wenselijke compensatie is een belangrijk aandachtspunt voor de ergotherapeut. Zodra de arm actiever mag worden ingezet zal de belasting in dagelijkse activiteit ook worden uitgebreid, de ergotherapeut kan helpen dit op een adequate manier te doen. Het totale behandeltraject duurt over het algemeen 6 maanden tot 12 maanden, waarbij gestreefd wordt naar volledig en pijnvrij functieherstel.

Als een operatie noodzakelijk is, zal de (trauma)chirurg de vorm van de kop willen herstellen en de kop of fragmenten daarvan weer vast willen zetten aan de schacht van de bovenarm. Er zijn verschillende operatieve opties, geheel afhankelijk van het type breuk en de voorkeur van uw chirurg. Veelal worden de breukdelen aan elkaar bevestigdoor gebruik te maken van platen en schroeven of een stalen pen. Afhankelijk van de ernst van de breuk, uw eigen toestand en de voorkeur van de chirurg, kan het zijn dat u in aanmerking komt voor een kunst schouderkop of schouderprothese. De meeste chirurgen kiezen alleen voor deze optie bij zeer ernstige breuken, omdat een goed herstel in functie minder vanzelfsprekend is.

Ook voor therapiebehandeling na uw operatie kunt u natuurlijk bij onze fysio- en ergotherapeuten terecht. Met name om blijvende stijfheid ten gevolge van inwendig littekenweefsel en verstijving van het gewrichtskapsel van de schouder te voorkomen.

Voor een behandeling bij Xpert Handtherapie heeft u geen verwijzing van uw huisarts nodig en kunt u direct een afspraak plannen.
Heeft u vragen, of wilt u een afspraak maken?

Neem contact op