Informatie over de aandoening

Het schoudergewricht wordt gevormd door de bolvormige kop van de bovenarm en de kom van het schouderdak. De kop is ongeveer drie keer zo groot als de kom, waardoor de botten elkaar weinig steun bieden en veel beweeglijkheid toestaan. Het schoudergewricht is daarmee het meest beweeglijke gewricht van het lichaam. De steun tussen kop en kom wordt geboden door het gewrichtskapsel, de verstevigende gewrichtsbanden en het labrum (een kraakbeenrand rond de kom). Daarnaast wordt het gewricht in belangrijke mate stabiel gehouden door de pezen en spieren van de omliggende spieren

Schouderinstabiliteit

Bij een te grote beweeglijkheid van het gewricht spreken we van schouderinstabiliteit. Schouderinstabiliteit kan ontstaan door een letsel of door overmatige lenigheid (hypermobiliteit), waardoor de schouderkop gedeeltelijk of geheel kan ontwrichten (luxeren). Meestal ontwricht de schouderkop naar de voorzijde en in zeldzamere gevallen naar beneden of naar achter. Een afwijkende stand van de kop is na de ontwrichting vrijwel direct zichtbaar. Bij een schouderluxatie kan letsel ontstaan aan het kapselbandapparaat, het bot, het labrum, de pezen en de zenuwen. Bij gehele ontwrichting spreek je van een ‘schouder uit de kom’ of ‘schouderluxatie’. Bij een subluxatie schiet de kop net niet uit de kom, maar springt terug en geeft het gevoel dat er iets in de schouder verschuift. Wanneer de schouder uit de kom is geweest kan de schouder zó los worden dat er steeds vaker (sub)luxaties optreden.Met een röntgenfoto kan een ontwrichting en een mogelijke breuk worden vastgesteld. Dit gebeurt veelal op de Spoedeisende hulp. Na enige vorm van verdoving zal men de kop weer in de kom plaatsen. Om het overrekte weefsel rust te geven wordt daarna een sling of mitella aangemeten.

Behandeling met fysiotherapie en ergotherapie

In de eerste week na een ontwrichting (luxatie) draagt u de sling zo veel mogelijk, waarbij de arm aan de vóórzijde, tegen het lichaam aan blijft. De sling draagt u, afhankelijk van de pijn, de eerste vier weken. Vroegtijdig en verantwoord bewegen is belangrijk om de spierkracht van de schoudergordel te behouden en zo mogelijk alweer enigszins te verbeteren. Uiteindelijk is van groot belang om de kracht en het samenspel van de pezen en spieren rond de schoudergordel weer volledig op te bouwen om herhaling van een (sub)luxatie te voorkomen. Dit houdt in dat u vanaf de tweede week steeds meer mag gaan bewegen met de arm. Meestal start u vanaf dat moment ook met therapie. 

Bij aanvang van de therapie zal de fysiotherapeut u helpen om op een verantwoorde manier te bewegen zodat u de schouder binnen de grenzen van de pijn zo soepel mogelijk houdt. Stapsgewijs mag u de arm vervolgens steeds meer gaan belasten. Vanaf het moment dat de sling wordt afgebouwd, ligt de focus op het hergebruiken van de volledige beweeglijkheid van de schouder en het opbouwen van het bewegingsgevoel, de spierkracht en de stabiliteit. De eerste twee maanden wordt het geforceerd naar buiten draaien van de arm afgeraden. 

De ergotherapeut zal u in de eerste weken van het weefselherstel begeleiden in het vinden van een goede balans tussen ontspanning en belasting. Ook wordt er gekeken naar een juist gebruik van de arm, zodat u noodzakelijke activiteiten, ondanks de bestaande pijn en beperkingen, op een praktische en verantwoorde manier kunt blijven uitvoeren. Zodra de arm actiever mag worden ingezet kan ook de belasting in dagelijkse activiteit worden uitgebreid. De ergotherapeut kan u adviseren en helpen dit op een adequate manier te doen.  
Het totale behandeltraject bij een ‘lichte’ ontwrichting duurt in het algemeen 3 maanden, waarbij gestreefd wordt naar volledig en pijnvrij functieherstel. De periode van terugkeer naar sportbeoefening wordt individueel afgesteld binnen het behandeltraject. 

Voor een behandeling bij Xpert Handtherapie heeft u geen verwijzing van uw huisarts nodig en kunt u direct een afspraak plannen.
Heeft u vragen, of wilt u een afspraak maken?

Neem contact op


Contact

Contact

Wilt u een consultafspraak maken of meer informatie hebben. Bel dan ons informatiecentrum.

Neem telefonisch contact op:
088 - 7785206

ma - vr08.00 - 17.00

Stel een vraag

Maak een afspraak
Bel 088 778 52 06Maak een afspraak